Praktijkopdrachten domein luisteren: inhoudsopgave
- Van analytisch naar associatief luisteren.
- Grafische partituur
- Praktijkvoorbeeld
Van analytisch naar associatief luisteren
Muzikale doelen: luisteren, lezen en volgen, betekenis, persoonlijk associëren, verwerken.
In jaar twee van de muziekopleiding hebben wij heel veel tijd en aandacht besteed aan luisteren naar muziek. Daarbij hebben wij kennisgemaakt met het Polarisatiemodel (zie afbeelding hieronder). De kinderen gaan hierdoor eerst analytisch naar de klank en vorm luisteren voordat zij associatief gaan luisteren (naar de betekenis van het lied). Hiermee zorg je ervoor dat je een oordeel uitstelt bij kinderen.
Het muziekstuk waar ik een polarisatiemodel voor heb gemaakt is op het stuk: de douchedruppel. Zonder luistervragen / polarisatiemodel kan het lied enigszins 'gek' of 'apart' gevonden worden, omdat je niet direct snapt waar je naar luistert.
Omdat ik voor het jonge kind sta, is mijn polarisatiemodel gebaseerd op emoties/gezichten. De kinderen krijgen de vraag om met een potlood de gezichten in te kleuren / te omcirkelen, die laten zien hoe het muziekstuk klinkt volgens hen. Klinkt het lied vrolijk, boos, bang, grappig. gek? Teken het gezichtje waarvan jij vindt dat de muziek klinkt. Vervolgens krijgen de kinderen nogmaals een nieuw blaadje met deze emoties/gezichten, dit is in een volgende les. Dan gaan de kinderen luisteren naar de betekenis van het lied: hoe voelt het? Word ik er blij van, verdrietig, zenuwachtig?
In de derde les gaan de kinderen de douchedruppel langs hun lichaam laten glijden door goed naar de muziek te luisteren: de druppel gaat van het hoofd steeds later, maar je moet goed luisteren wanneer de druppel verder naar beneden gaat.


Voorbeeld van een gegeven luisteroefening in jaar 2 van de vakspecialisatie.

Grafische partituur
Muzikale doelen: luisteren, lezen, grafische notatie.
De grafische partituur is hieronder te zien, ik zal het toelichten aan de hand van het KVB-model.
- Klank
- kort - lang: 'boer' duurt twee tellen en bijvoorbeeld sinaasappel bestaat uit vier achtsten. Waardoor lang en kort aan bod komt in deze grafische partituur.
- hoog - laag: dit kan je bewerkstelligen aan de hand van melodie die kan worden gekoppeld aan de grafische partituur.
- hard - zacht: dit kan door instrumenten kunnen worden bewerkstelligd. Daarnaast valt de grafische notatie niet altijd tegelijk, er is soms afwisseling (trekker - kip - trekker - kip). Doordat de muziek niet altijd tegelijk speelt heb je te maken met volume verschillen en daarmee komt hard en zacht aan bod.
- Vorm
- herhaling: hieronder is te beluisteren dat de partituur éénmalig is gespeeld. Dit komt omdat er ruimte is voor kinderen om te improviseren, steeds improviseren er andere kinderen waardoor er herhaling ontstaat.
- variatie: de improvisatie zorgt voor variatie binnen het lied.
- contrast: de verschillende instrumenten en door hard zacht, hoog laag en kort lang in het lied te verwerken is er sprake van contrast binnen het lied.
- Betekenis
- functie: het lied dient om verschillende ritmes over elkaar heen te spelen, kennis te maken met ritmes.
- verhaal: het lied valt binnen het thema 'landbouw', 'de tuin in' en kinderen kunnen hun eigen verhaal erbij bedenken (verwerking).
Stappenplan om het lied aan te bieden:
- Gezamenlijk beginnen met de onderste partij ( kip - kip - rust - kip - rust - kip - kip - kip - kip - kip - boer - kip).
- Omdat deze partij weinig varieert is deze het eenvoudigst. Daarbij bestaat het vrijwel volledig uit hele noten die één tel duren. Dit is als het ware de fundering van het lied, bouwstenen van het lied.
- Wanneer de onderste partij er goed in zit, speelt de leerkracht de bovenste partij er overheen. De kinderen lezen mee met de bovenste partij, zodat zij kennismaken met deze ritmes en daarbij oefenen zij met het domein lezen.
- Gezamenlijk de bovenste partij instuderen.
- Wanneer beide partijen bij de kinderen er goed in zitten verdeel je de klas over de twee partijen.
- Wissel de verdeelde partijen om, zodat beide partijen worden geoefend.
- In een vervolg les, mogen de kinderen binnen het thema ritmes bedenken en improviseren aan het einde van het stuk. Hierdoor gaan de kinderen variëren en werken zij aan de vorm van het lied.
! Denk aan het tempo bij het aanleren: houd het tempo laag.
! Door de kinderen zelf te laten improviseren en variëren wordt het muziekstuk eigen en werken zij aan hun creativiteit, probeer dit ten alle tijden te stimuleren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb