Inhoudsopgave domein zingen:
- Inzingen en warming-up
- Liederen aanleren bij het jonge en het oudere kind
- Vocal leadership in de praktijk van het basisonderwijs
Inzingen en warming-up
Inzingen en warming-up aan de hand van het lied: "obwisana sana".
Het lied komt uit Afrika waar de kinderen op straat dit lied zongen en steentjes doorgaven op het ritme van de muziek.
We gaan om op te warmen geluiden uit Afrika maken:
Leeuw - olifant - zebra - apen - Afrikaanse vogel. De kinderen maken de dierengeluiden en gaan met mij mee van hoog naar laag (inzing oefening op toonladder).
- Neem de begintonen over: speel en zing voor Fis - A - A - Fis - B - A.
- Zet het lied in en zing het gezamenlijk meerdere keren.
- In spelvorm: op het ritme op je benen, in je handen, op andere lichaamsdelen tikken of klappen.
- Geef een bekertje door terwijl je het liedje zingt, deel op de pulse van de muziek steeds een extra bekertje uit.
- Oefenen met hard - zacht door de VOPA, de stem opwarmen in spelvorm. De kinderen kunnen hier ook in leiden.
Liederen aanleren bij het jonge en het oudere kind
Jonge kind: Brandweerlied en Bigi Kaiman
Muzikale doelen: zingen, bewegen, melodie.
- Zing het liedje één keer (kennismaken met het lied).
- Vraag de kinderen waar zij aan moeten denken.
- Vertel de kinderen iets over het liedje.
- Zing het liedje nog 2 à 3 keer en maak de bijhorende bewegingen erbij. Terwijl je dit doet nodig de kinderen uit om met je mee te bewegen.
- De kinderen hebben het lied nu 3 à 4 keer gehoord en hebben meegedaan met de bewegingen die bij het liedje horen.
- Vraag de kinderen om mee te zingen.
- Herhaal het samen zingen en bewegen een aantal keer tot dat de kinderen zich zeker voelen bij het zingen.
- Zet de VOPA's in: denk aan - volumeknop, stop en door.
- Zing het lied samen nog een aantal keer met de bewegingen, VOPA's.
Oude kind: Aiko Aiko
Muzikale doelen: zingen, bewegen, melodie, spelen op instrumenten.
- Stel luistervragen aan de groep:
- Welk gevoel krijg je bij dit lied?
- Waar denk je dat het lied over gaat?
- Waar zou dit lied vandaan komen?
- Laat het lied in zijn geheel horen.
- Bespreek de luistervragen.
- Zing herhaaldelijk het refrein: zing een zin voor en de kinderen zingen het na. Zing de tweede zin, de kinderen zingen het na: de weggeefmethode. Totdat de kinderen het refrein kennen.
- Zing het couplet (bij dit liedje komt het tweede deel van de zin steeds terug), de kinderen zingen het stuk wat zich steeds herhaalt in het couplet.
- Wanneer de kinderen de melodie van het couplet kennen, kunnen zij dit toepassen bij de rest van de coupletten want dit herhaalt zich steeds.
- Wanneer de kinderen de coupletten en het refrein goed kennen kun je een volgende les de instrumenten gaan inzetten.
- Bij de instrumenten: laat de kinderen er eerst even mee kennismaken, dit kan rommelig/lawaaierig over komen. Wanneer jij het aangeeft zijn de instrumenten weer stil en verzameld bij jou (de leerkracht).
- Terwijl de kinderen het lied inzetten speel jij voor hoe het instrument bespeeld moet worden tijdens het lied. Geef terwijl je het voordoet het instrument weg.
- Verdeel al 'modellend' de instrumenten.
- Herhaal het lied een aantal keer, en wissel steeds de instrumenten in het rond zodat alle kinderen (verschillende) instrumenten hebben bespeeld.
- Spreek vaste start/stop momenten af.
Vocal leadership in de praktijk van het basisonderwijs
Ontwerp aan de hand van de filosofie van Vocal leadership een activiteit voor je stagegroep waarin je de VOPA-signs toepast bij een zangactiviteit.
In de twee bovenstaande video's zie je dat ik steeds de VOPA 'volumemeter' toepas in de klas. Ik pas de VOPA's ook toe door de kinderen het zelf te laten doen. Hieronder een voorbeeld.
Maak jouw eigen website met JouwWeb